Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [[47]Het zij] buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het deel dezer mannen, die met mij getogen zijn, Aner, Eskol en Mamre, [48]laat die hun deel nemen! 47. Of, zonder mij, daar ik niets van het uwe zal nemen. Anderen vertalen: behalve alleen wat, enz. Zie dergelijke manier van spreken, onder hfdst.41 vs.16. 48. Laat volgen niet alleen den jongelingen, wat zij van den roof der vijanden verteerd hebben, maar ook aan de drie mannen, wat zij daarvan nog voor hun deel zouden mogen eisen.